donderdag 23 januari 2014

Les 6+7: ontwikkelingsfasen en eindopdracht

Lesfasenmodel  voor college 3
Het lesfasenmodel vormt de structuur van een les beeldende vorming.
Vul de horizontale strook in bij de   ****  sterretjes

Voorbereiding *
Context
Griezelen (groep 7/8)
Basisplan
Opdracht en randvoorwaarden

Doelen
Beeldend doel:
Maak van jezelf een griezel

Technisch doel:
Maak gebruik van lichte en donkere kleuren.

Receptie
/Oriëntatie *
Introduceren
Huidige beeldcultuur
Licht-donker contrast
Ontwikkelingsfasen (parsons)

1.     Je vind het schilderij in het begin mooi en je kunt het ergens mee associëren. (associatieve stadia)
2.     Je kijkt naar kunst en vind het niet mooi en niet natuurgetrouw. (ambachtelijke stadia)
3.     Je kunt je in de gevoelens van kunst inleven.(expressieve stadia)
4.     Je kunt de waarde, vorm en betekenis waarderen (formele aspect)
5.     Je beschouwt het als kunst en kunt in de culturele context de schoonheid waarderen. (interpretatieve aspect) 

5 typen vragen1. startvraag
2. onderzoeksvragen
3. Analysevragen
4. speculatieve vragen
5. vragen die leiden tot een oordeel


*


Informeren
Ik vraag aan de kinderen aan welke dingen ze denken bij griezelen. Dit schrijf ik op het bord. Dan laat ik een foto zien van Gene Simmons. Ik vertel dat hij zanger is van een band en er op het podium heel griezelig uitziet. Ik laat een foto van Gene Simmons zien, zoals hij verkleed is als hij optreedt. Dan laat ik een filmpje zien van een optreden van hem en zijn band Kiss.

1.Wie kent deze artiest? (Ja van Kiss) of (Ik heb heb volgens mij weleens op tv gezien)
2.Benoem drie kenmerken die ervoor zorgen dat hij er griezelig uitziet.(lange tong, donker haar, enge ogen)
3.Door welk dier zou hij zich hebben laten inspireren? (vleermuis)
4.Hoe zou deze man eruit hebben gezien als hij voor andere kleuren had gekozen? (niet zo griezelig als nu)
5.Zou deze artiest ook griezelig zijn als hij zich niet zo zou verkleden? (wel minder eng in ieder geval)






*
Instrueren
Hoe kan ik ervoor zorgen dat ik er heel eng uit zie?

Welke achtergrond past er bij jou als griezel?
Ik laat een aantal griezelige achtergronden zien. Ik vraag wat deze achtergronden griezelig maakt.
Ik vraag welke kleuren er worden gebruikt en vertel dat ik wil dat de leerlingen alleen gebruik maken van lichte en donkere kleuren.



Productie
/Uitvoering
Observeren
Beeldend Vermogen
Zijn de leerlingen in staat om griezelige kenmerken te verwerken in een beeld? Zijn de leerlingen in staat om de juiste kleuren te kiezen voor een griezelig effect?

Begeleiden
Werkprocessen
Ontwerpen
Experimenteren
Creëren

Afronden
Tijdsmanagement
Instrueren: 15 min
Ontwerp tekenen: 20 min
Verven: 30 min
Opruimen: 5 min
Reflecteren: 15 minuten
Evalueren: 5 minuten

Reflectie
/Nabeschouwing
Nabespreken
Reflecteren


We bespreken de gemaakte schilderijen. Welke griezelige kenmerken zijn er afgebeeld? (zie presenteren)





Beoordelen
Beoordelingscriteria (matrix)

Kleur
Heeft geen gebruik gemaakt van lichte en donkere kleuren



0 punten

Gebruik lichte en donkere kleuren minimaal zichtbaar





10 punten
Voldoende gebruik gemaakt van lichte en donkere kleuren





25 punten
Uitstekend gebruikt gemaakt van lichte en donkere kleuren: draagt bij aan een griezelige sfeer


40 punten
Vorm
Niet te zien wat het ontwerp voorstelt


0 punten

Geen griezelige vormen zichtbaar



10 punten
Griezelige vormen zichtbaar




25 punten
Verschillende griezelige vormen gebruikt



40 punten
Afwerking
Zeer slordig en veel tekenlijnen zichtbaar







0 punten

Oogt slordig en tekenlijnen zichtbaar








10 punten
Net geschilderd, maar tekenlijnen zichtbaar/ tekenlijnen niet zichtbaar, maar slordig geschilderd

15 punten
Net geschilderd, tekenlijnen niet of nauwelijks zichtbaar






20 punten




Totaal aantal punten delen door 10 = eindcijfer






Presenteren

De leerlingen vertellen één voor één op welke manier ze ervoor hebben gezorgd dat ze eruit zien als griezel.
Evaluatie
Evalueren
Wat hebben we geleerd? Wat vonden we van de les?


Geen opmerkingen:

Een reactie posten